Hervorming lokaal belastinggebied
Het kabinet heeft 24 juni 2016 de Tweede Kamer geïnformeerd over de mogelijke herziening van het lokaal belastinggebied. Het kabinet schetst de knelpunten en mogelijke oplossingen, maar de te maken keuzes worden overgelaten aan het nieuwe kabinet. In het regeerakkoord van Rutte III komt de mogelijke herziening en/of uitbreiding van het lokaal belastinggebied niet aan de orde. De staatssecretaris van Financiën heeft op 18 mei 2020 het rapport ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Het rapport bevat meerdere varianten en ondersteunt de door de VNG uitgesproken wens om te komen tot een uitbreiding van het gemeentelijke belastinggebied. De volgende kabinetsformatie is hét moment om op te koersen om het een en ander in beleid om te zetten. In de komende periode zal de VNG in samenspraak met de leden - mede op basis van dit rapport - de koers uitzetten om een kleinere financiële afhankelijkheid van het Rijk te realiseren.
De Omgevingswet en leges
Op 1 januari 2022 treedt de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) in werking. Hierdoor kan er veel veranderen. Dit is sterk afhankelijk van de lokale ambities, beleidsinvulling en inrichtingskeuzes. Het principe van legesheffing verandert niet. Ook de wettelijke grondslag voor het heffen van leges verandert niet. Toch zijn er een aantal zaken die wel gaan veranderen:
- Nieuwe activiteiten toegestaan om leges over te heffen
- (Mogelijk) minder vergunningplichten
- De ‘knip’: het splitsen van de bouwtechnische en de ruimtelijke vergunning
- Gemeentelijke kosten worden hoger of lager
- Gemeentelijke kosten verschuiven
- Meer integrale vergunningen (meerdere gezagen betrokken)
- Planactiviteiten worden minder complex (of juist complexer)
De VNG vraagt met de notitie 'Discussie-leidraad leges en de stelselwijziging Omgevingswet' aandacht voor het onderwerp en het belang voor gemeenten om hier - op basis van de eigen keuzes - over na te gaan denken. Ook worden suggesties gedaan voor de onderwerpen. Zij vragen gemeenten om hierover met hen van gedachten te wisselen. Via de regionale implementatiecoaches (RIO's) zullen er (digitale) discussies-sessies worden opgezet, om deze materie samen verder uit te diepen.
Bezwaar en beroep bij kwijtschelding
Op dit moment is er geen bezwaar mogelijk tegen een beschikking uitstel van betaling. Tegen een beschikking kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is nu administratief beroep bij het college mogelijk. In de toekomst is in beide gevallen eerst bezwaar bij de invorderingsambtenaar mogelijk en is daarna de fiscale rechter bevoegd (rechtbank in eerste aanleg, gerechtshof in hoger beroep en Hoge Raad in cassatie). Wanneer deze landelijke wijziging in werking treedt is nog niet bekend.
Onroerendezaakbelastingen
De Waarderingskamer heeft bepaald dat alle woningen in Nederland op 1 januari 2022 gewaardeerd dienen te worden op basis van de gebruiksoppervlakte. Dit omdat veel andere instanties ook de gebruiksoppervlakte gebruiken, zoals makelaars, taxateurs en woningbouwverenigingen. Met de gebruiksoppervlakte wordt de grootte van de woningen bepaald. Alle professionele organisaties gebruiken hiervoor dezelfde meetinstructies (meetinstructie gebruikersoppervlakte woningen juli 2019) waardoor de onderlinge vergelijkbaarheid wordt vergroot. Het GBTwente, dat voor de gemeente Almelo de WOZ-waarden vaststelt, zal met ingang van 2021 voor alle woningen in de gemeente de gebruiksoppervlakte gebruiken om de WOZ-waarde te bepalen. Tot en met 2020 wordt hiervoor de bruto inhoud gebruikt. De gemeenteraad is hierover begin september in een politiek beraad geïnformeerd.
Het begrotingsbeleid van Almelo is dat de OZB-tarieven worden aangepast met de inflatie, gecorrigeerd met de waardestijging of -daling van het onroerend goed. Voor het jaar 2021 wordt uitgegaan van een indexering van 2,4%. Omdat de gegevens van de jaarlijkse herwaardering nog niet volledig beschikbaar zijn kunnen de tarieven 2021 op dit moment nog niet definitief worden vastgesteld. Dit is eind 2020 voorzien.
Woonlastendifferentiatie naar huishoudens omvang
Op verzoek van de gemeenteraad heeft het college de raad begin 2020 geïnformeerd over de mogelijkheden om via de riool- en afvalstoffenheffing differentiatie aan te brengen in de woonlasten van eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. De gemeenteraad heeft in een tweetal politieke beraden over dit onderwerp gesproken. Het college denkt recht te doen aan de opvattingen van de raad door voor te stellen om met ingang van 2021 in de tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffing een onderscheid te maken tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Het aanbrengen van dit onderscheid betekent dat eenpersoonshuishoudens minder gaan betalen en meerpersoonshuishoudens - bij gelijkblijvende belastingopbrengsten - meer belasting zullen moeten gaan betalen.
Bedrijfsinvesteringszone (BIZ) binnenstad
Vanaf het voorjaar van 2020 wordt door Centrum Almelo Aktief (CAA), het GBTwente en de gemeente intensief gewerkt aan de invoering van de Bedrijveninvesteringszone (BIZ) Binnenstad per 1 januari 2021. Met de invoering komt de Verordening Reclamebelasting te vervallen en treedt door de Verordening BIZ Binnenstad een nieuw heffingssysteem in werking. De voorgestelde tariefstelling voor deze BIZ biedt significant meer financiële armslag, waarmee het CAA het streven naar een professioneler centrumgebied kan bewerkstelligen. Ten opzichte van de huidige reclamebelasting is invoering van de BIZ Binnenstad, afgezien van een mogelijke bijdrage uit het Programma Binnenstad, financieel neutraal. Eind 2020 wordt aan de gemeenteraad een voorstel voorgelegd om in te stemmen met deze BIZ Binnenstad. Indien de gemeenteraad met dit voorstel instemt is, krijgen de gebruikers binnen het werkingsgebied de mogelijkheid de inwerkingtreding definitief te maken.
Precariobelasting
Precario is een gemeentelijke belasting voor ondernemers die gebruik maken van gemeentegrond, waaronder terrassen. In verhouding tot de opbrengsten zijn de perceptiekosten van deze belasting relatief hoog. Deze kosten bedragen ongeveer 30% van de opbrengsten en worden vooral veroorzaakt doordat er veel controles nodig zijn om vast te stellen hoeveel gemeentegrond er daadwerkelijk in gebruik wordt genomen. Het college wil kijken of de belastingheffing ook doelmatiger kan en zal hier uiterlijk bij de begroting 2022 op terugkomen.
Amendement Omtzigt
De Gemeentewet maakt voor de OZB onderscheid tussen woningen en niet-woningen. Eigenaren van woningen worden in de OZB-eigenarenheffing betrokken en gebruikers van woningen betalen geen OZB. Eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen respectievelijk de OZB eigenaren niet-woning en de gebruikersheffing niet-woning. Beide tarieven voor niet-woningen zijn hoger dan het eigenarentarief voor woningen. Sportvelden, dorpshuizen, sportkantines, dorps- en buurthuizen worden voor de OZB aangemerkt als niet-woning en worden dienovereenkomstig in de belastingheffing betrokken.
In het Belastingplan 2019 is het zogenaamde amendement Omtzigt opgenomen waardoor artikel 220f van de Gemeentewet per 1 januari 2019 is gewijzigd. Dit betekent dat voor - nader door de gemeente te bepalen - sociaal behartigende instellingen, het lagere woningtarief mag worden gehanteerd. In de OZB-verordening van een gemeente kan (het amendement biedt de mogelijkheid om dit te doen, het is niet verplicht) een bepaling opgenomen worden strekkende tot het toepassen van het woningtarief voor nader te bepalen onroerende zaken.
De toelichting op het amendement en de wettekst zijn op onderdelen tegenstrijdig en niet duidelijk. Hierdoor is de reikwijdte van het amendement niet helder. Daarnaast zijn er ten aanzien van de praktische uitvoering ook de nodige vragen bij gemeenten. De gevolgen van de eventuele toepassing van dit amendement, door wijziging van de OZB-verordening, zijn op dit moment dan ook niet goed in te schatten. Verwacht wordt dat de toepassing van dit amendement vooralsnog zal leiden tot juridische procedure en bijbehorende jurisprudentie. De VNG heeft namens de gemeenten een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Financiën, waarin diverse vragen worden gesteld en knelpunten worden gesignaleerd. Gezien voornoemde onduidelijkheid wordt in de gemeente Almelo vooralsnog geen gebruik gemaakt van deze wetswijziging. Het college volgt de ontwikkelingen uiteraard met aandacht en zal op een later moment een afweging maken over de toepassing van het amendement.