Renteontwikkelingen/-visie
Om onderbouwde financieringsbeslissingen te kunnen nemen, is het belangrijk om een inschatting te maken van toekomstige renteontwikkelingen. De ontwikkeling van de korte rente is vooral afhankelijk van de inflatie. De hoogte van de lange rente wordt vooral bepaald door de economische groei.
De coronacrisis heeft een enorme economische impact. De pandemie heeft een wereldwijde recessie veroorzaakt en dit leidt tot onzekerheid op de financiële markten. De winst van bedrijven staat onder druk en dit drukt het vermogen om schulden af te lossen. Banken houden als gevolg daarvan rekening met kredietverliezen en overheden steken zich dieper in de schulden om de economie te stimuleren. In het tweede kwartaal van 2020 liepen de kapitaalmarkrentes hierdoor kortstondig op.
De centrale banken zijn vervolgens enorme steunprogramma’s gestart, hetgeen heeft bijgedragen aan een stabilisatie en vervolgens daling van de rente. Ook het akkoord over het herstelfonds en de Europese begroting draagt bij aan rust op de financiële markten en geeft beleggers vertrouwen in de Europese samenwerking.
Financieel analisten verwachten dat de rentes, vooral als gevolg van het ruime monetaire beleid, voorlopig nog laag zullen blijven. Als gevolg van de stijgende werkeloosheid valt er vooralsnog geen opwaartse druk op de inflatie te verwachten. In combinatie met het vooruitzicht van lage economische groei (recessie) wordt verwacht dat de beleidsrente van de ECB in ieder geval nog tot eind 2020 niet zal stijgen. De rente op de geld- en kapitaalmarkten zullen als gevolg daarvan waarschijnlijk niet gaan stijgen op korte termijn.
In verband met het aflopen van een aantal langlopende geldleningen wordt er in 2020 voor 65 miljoen aan langlopende financiering aangetrokken. Deze geldleningen zijn in het verleden afgesloten op het moment dat de kapitaalmarktrente hoger lag dan de huidige kapitaalmarktrente. We verwachten dan ook dat de bestaande leningen tegen een lagere rente gefinancierd kunnen worden. In verband met de aflossing van bestaande leningen en ter consolidatie van de vlottende schuld verwachten wij in de periode 2021-2024 circa 80 miljoen euro aan langlopende financiering aan te trekken. De rente waartegen de gemeente op dit moment een 10 jaars fixe lening van 25 miljoen euro bij de BNG kan afsluiten bedraagt 0,03% (offerte dd. 24-09-2020).
Rente toerekening en renteresultaat
In het onderstaand schema wordt uiteengezet hoe de rentetoerekening in de begroting 2021 plaatsvindt. Eerst wordt het saldo van de daadwerkelijke rentelasten en rentebaten bepaald. Vervolgens wordt de specifieke rente toerekening daarop in mindering gebracht. Het deel dat over blijft wordt toegerekend aan de diverse taakvelden in de begroting. Dit gebeurt via de rente-omslag. De rente die niet aan de taakvelden wordt toegerekend staat als renteresultaat op het taakveld 0.5 Treasury.
Rente toerekening | Werkelijk 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|
Externe rentelasten | 5.254 | 4.296 | 3.778 |
Externe rentebaten | -982 | -738 | -688 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 4.272 | 3.558 | 3.090 |
Toerekening aan grondexploitaties | -1.822 | -1.703 | -1.487 |
Toerekening aan projectfinanciering | -557 | -557 | -691 |
Toerekening rente over eigen vermogen | 0 | 0 | 0 |
Toerekening rente over voorzieningen | 94 | 113 | 56 |
Aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.987 | 1.411 | 968 |
Toegerekende rente volgens begrote renteomslag | 2.603 | 1.741 | 1.735 |
Renteresultaat op taakveld 0.5 Treasury | 616 | 330 | 767 |
Bedragen * 1.000 euro |